Het komt regelmatig voor; een werknemer wordt onder druk gezet, bijvoorbeeld bij verdenking van fraude en door de werkgever apart genomen en voor een keuze gesteld. Het is of tekenen voor je eigen ontslag of aangifte wegens diefstal. Het is niet ondenkbaar dat sommige, schuldig of niet, in zo’n situatie tekenen voor hun eigen ontslag. Is zo’n opzegging dan wel rechtsgeldig?
Met een vaststellingsovereenkomst of opzegging eindigt niet altijd de arbeidsovereenkomst. Vooral in de situatie waarin de werknemer geen juridische bijstand heeft gehad en daar ook geen gelegenheid voor geboden is. Zo heeft de rechtbank Noord-Holland op 14 juli 2016 beslist dat een door partijen getekende vaststellingsovereenkomst, waarin men met wederzijds goedvinden uit elkaar gaat, niet kan worden gezien als een rechtsgeldige opzegging. Dat de rechter de opzegging als niet rechtsgeldig ziet heeft met name te maken met de omstandigheden waarin de (voorbedrukte) opzegging door de werknemer is ondertekend. Van een werkgever mag namelijk worden verwacht dat hij erop toeziet dat de werknemer juridisch wordt voorgelicht over zijn rechten, bijvoorbeeld die op een WW-uitkering.
In dit specifieke geval was de werknemer niet naar behoren voorgelicht en was hem weinig tot geen gelegenheid geboden om juridisch advies in te winnen. De werknemer, in dienst bij V&S Pakketdienst in de functie van pakketbezorger, had een rembourspakket afgeleverd, waarvoor de ontvanger aan hem een bedrag van EUR 201,75 verschuldigd was. De werkgever had het betreffende bedrag naar zijn zeggen niet ontvangen. De werknemer gaf op zijn beurt aan dat hij het geld niet zou hebben verduisterd. Hij stelt zich niet te kunnen herinneren waar het geld is gebleven. De werknemer zou nog hebben aangeboden om het bedrag op zijn salaris in te houden in het geval dat zou blijken dat hij een fout zou hebben gemaakt. De werkgever zag het kennelijk niet meer zitten en had een opzeggingsbrief opgemaakt en deze aan de werknemer voorgelegd. De werknemer heeft de opzeggingsbrief vervolgens ondertekend waarmee hij feitelijk per direct zijn ontslag had ingediend. Zijn gemachtigde stelt naderhand dat hij op staande voet zou zijn ontslagen en ontkent dat er sprake zou zijn geweest van diefstal. De gemachtigde verzoekt namens de werknemer de opzegging te vernietigen en vordert wedertewerkstelling en doorbetaling van zijn loon. V&S Pakketdienst dient een voorwaardelijk ontbindingsverzoek in.
De kantonrechter oordeelt dat de opzegging door de werknemer niet rechtsgeldig is. Er is geen duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer gericht op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Een rechtshandeling vereist namelijk een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Bovendien is V&S Pakketdienst niet met redelijke zorgvuldigheid nagegaan of de werknemer met alle nadelige gevolgen van de opzegging bekend was. Voorts was de aangevoerde grond voor ontbinding diefstal, maar diefstal is feitelijk nooit bewezen. De ontbinding wordt dan ook afgewezen. Daarmee is de arbeidsovereenkomst niet door opzegging door de werknemer geëindigd en heeft de werknemer recht op loon. De proceskosten kwamen voor rekening van de werkgever.
De uitspraak is in lijn met de rechtspraak, zeker als het gaat over het sluiten van een vaststellingsovereenkomst of beëindigingsovereenkomst zonder juridische bijstand. Als de werknemer de overeenkomst of ontslagbrief niet door een jurist of advocaat heeft laten beoordelen voordat hij tekent, kan de werknemer onder bepaalde omstandigheden niet aan de opzeggingsbrief worden gehouden.
Heb je zelf het gevoel dat jouw rechten als werknemer worden geschonden? Maak het dan bespreekbaar en kijk eerst of je onderling uit kan komen met duidelijke afspraken. Mocht het vooralsnog niet tot een oplossing komen, neem dan gerust contact met ons op, wij denken graag met je mee.