Grote gemeentes geven aan boerkaverbod niet te handhaven
Vanaf 1 augustus gaat het boerkaverbod in. Dit betekent dat er in het onderwijs, de zorg, het openbaar vervoer en overheidsgebouwen geen gezichtsbedekkende kleding meer mag worden gedragen. De wet ‘Gedeeltelijke verbod gezichtsbedekkende kleding' zou in eerste instantie op 1 juli ingaan. Echter vonden scholen deze datum lastig omdat het verbod dan middenin een schooljaar ingaat. Om die reden heeft de minister van Binnenlandse Zaken de ingangsdatum verzet.
Politiek
Na dik 10 jaar politieke onenigheid nam de Eerste Kamer op 26 juni 2018 de wet aan. Deze wet zorgt ervoor dat het dragen van gezichtsbedekkende kleding, zoals bivakmutsen, integraalhelmen en nikabs, verboden worden in het openbaar vervoer, ziekenhuizen en overheidsgebouwen. De Raad van State was van mening dat het nut en de noodzaak van de wet niet was aangetoond. De wet voorziet volgens het adviesorgaan niet in een zodanig dringende behoefte dat de beperking het recht op de vrijheid van godsdienst kan rechtvaardigen. Ondanks het negatieve advies is de wet aangenomen.
Handhaven
De gemeentes Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben aangegeven geen prioriteit te willen geven aan de handhaving van het boerkaverbod. Zij zijn dan ook niet van plan om actief boetes uit te delen bij overtreding. Ook zijn de trein-, tram- en busbedrijven bezorgd over het boerkaverbod. Voor deze bedrijven is het niet wenselijk om de dienstregeling stil te zetten op het moment dat er een persoon met een boerka instapt.
Heb jij een conflict, onenigheid of een andere juridische vraag? Neem dan vrijblijvend contact met ons op, wij denken graag met je mee.